ReReReReRe
Je hebt romanschrijvers die sprekende dialogen kunnen schrijven -
je hoort de stemmen, je ziet de lippen, je voelt de adem waarop de
woorden drijven en je vergeet dat je lettertjes leest. Maar het zijn
er niet echt veel die dat kunnen. In de meeste gevallen moet je je
behelpen met stukjes tekst die je er halsstarrig aan blijven herinneren
dat je iets leest wat geschreven is.
Dat ik dat kan vinden komt doordat ik deze schrijvers lees en dat
kan natuurlijk alleen maar als ze al gepubliceerd zijn. En dat betekent
heel waarschijnlijk dat er niets meer aan te doen is, want ik zie
gepubliceerde schrijvers heus geen dialoogcursus volgen en nog minder
zie ik ze de reeds gepubliceerde dialogen verbeteren.
Goed, ikzelf kan al helemaal geen roman schrijven, dus wat dat betreft
heb ik misschien geen recht van spreken, maar ik kan wel lezen. En
ook e-mailen. Daar gaat het me nu even om. Want ik wil daar dus best
wel een cursus voor opzetten.
Het zal dan ongeveer zo gaan dat ik ze eerst dwing om een passage
die een dialoogvorm vraagt te laten beginnen met een e-mail van pakweg
twintig regels, geschreven door het ene personage. Daarna mogen ze
zich inleven in het andere personage en er een antwoord op mailen.
Vervolgens reageert het ene personage weer en dan weer het andere,
totdat de e-maildialoog compleet genoeg is. En dan is er een dialoog.
To : Freddy@inxs.nl
From : Willy@not4all.nl
Subject : een voorbeeld
>>>> Als je nog zit te tobben over hoe het met
>>>> Ciska moet: dat hoeft dus niet meer. Ze
>>>> is weg uit Amsterdam, weg bij Hans.
>>> Kom nou. Die is binnen een week weer terug.
>> Bij jou of bij Hans?
> NIET bij Hans natuurlijk, ukkeltje.
> En eh.. ook niet bij mij eigenlijk.
> Geen plek meer, denk ik. Als jij er bent. ;)
Bloosbloos
>>>> By the way, is het goed als ik je morgen een
>>>> uurtje later oppik? We hoeven er toch pas
>>>> om 8 uur te zijn.
>>> We kunnen ook gewoon niet gaan.
>> Okee: Bioscoopje misschien?
> Judge Fredd?
The Night of the living Fred ...
Je kunt natuurlijk ook schrijvers met elkaar laten oefenen. Misschien
is dat zelfs nog wel het leukste. En wie weet levert dat ook nog eens
onsterfelijke netteratuur op.