Vanachter glas
De magie van een gedichtenbundeltje zit hem voor mij toch nog steeds
in de meeneembaarheid. Je kunt een bundeltje Vroman in je tas stoppen
en een bundeltje Kopland in je jaszak en erin lezen op een bankje,
op een terrasje of in de trein; je kunt een bundeltje Campert bij
je bed, op het balkon of op het toilet neerleggen om het daar op te
pakken en mee te nemen naar de keuken, waar je erin leest totdat het
water kookt. Doordat zo'n bundeltje bewogen wordt, verplaatst wordt,
tegen verschillende achtergronden gelezen wordt, gaat het wat mij
betreft een leven krijgen.
Maar het raakt ook wel eens kwijt, natuurlijk. Het blijft liggen
in de trein, het wordt door iemand anders vanaf mijn toilet meegenomen,
het valt uit mijn jaszak en zo. Dan kan het gebeuren dat ik mij een
gedicht wil herinneren uit een bundeltje dat ik niet meer heb. Moet
ik dus naar de boekhandel?
Nou, ho, ik kan ook kijken of het op Internet staat. Piet Wesselmans
heeft er een zoeksysteempje voor. Toen ik dat voor het eerst zag,
herinnerde ik mij dat ik me laatst - verdrinkend in verliefdheid -
een gedicht van Gorter wou herinneren en het bundeltje daarvan niet
meer had. Ik keek bij Gorter, klikte mezelf naar Edo Engel en waarempel,
daar stond precies het stukje Gorter dat ik nou net toevallig kwijt
was.
Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.
En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.
Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.
O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees'lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen -
Maar ik kan het toch niet zeggen.
Prachtig, die zinnetjes achter het monitorglas. Ze krijgen zelfs
iets curieus. Net als de schrijversvoorwerpen die je tot vorige maand
in Den Haag achter museumglas kon zien. En net zomin meeneembaar.
Nou ja, je kunt natuurlijk een uitdraai maken, maar dat is toch niet
hetzelfde. Dan krijg je een A-viertje met printerletters en dat voelt
bijna net zo als een foto van een schrijversding: het blijft een afdruk
van iets onmeeneembaars uit de achterglaswereld.
Vandaar dat ik een notitieboekje heb gekocht. Zo'n klein, gebonden
ding met een heel hard gemarmerd kaft en schoolschriftlijntjes. Daarin
schrijf ik voortaan de gedichten over. Met potlood.