De netteratoren komen ...
Ze zijn nog in de groei, maar nog eventjes en dan zijn ze een volwassen
soort. Dan komen ze in de encyclopedie, dan krijgen ze een interview
bij Theo van Gogh en dan worden er glossy katerntjes over ze bij hele
serieuze bladen gevoegd.
Ik heb het over de nieuwe schrijvers. Niet een nieuwe generatie
binnen de bestaande soort, nee, een hele nieuwe kunst: de proza en
poëzie van het Net, gemaakt door schrijvers die daarop leven en bij
wie het niet of nauwelijks opkomt om ooit iets op papier te laten
verschijnen.
We moeten verwarring voorkomen, want ze gaan hele andere dingen
produceren dan gewone schrijvers. Hun taal is een andere (we spreken
van 'ziptaal'), hun visie is een andere (want ze kijken anders want
hun ogen staan anders), hun publiek is anders. Daarom moeten ze anders
genoemd worden. Netschrijvers, misschien. Of netteratuurders. Of digiteurs.
Ja, dat is het, digiteurs zijn het. En wat ze gaan maken heet 'netteratuur'.
Tenminste, ze zullen blijken netteratuur gemaakt te hebben. Want
om te bepalen wat een dergelijk kwaliteitsstempel verdragen kan zijn
er deskundigen nodig en die hebben nog even wat langer nodig voordat
ze zover zijn. Mensen met dikke, zwartgelijste brillen, omlaagkrullende
mondhoeken en een immer fronzende blik. Ze zullen zich netterators
noemen en zullen er heel lang voor gestudeerd hebben om dat te mogen.
Ze zullen er in de regel goed voor betaald worden. Is het niet omdat
ze een leerstoel hebben, dan is het wel omdat ze een column in een
belangrijk blad of een contract bij een belangrijke uitgever hebben.
Maar de digiteurs niet. Die smijten hun kwaliteit onbezoldigd in
nieuwsgroepen, op huispagina's, in vluchtige IRC-sessies. Zomaar.
Want het zomaar smijten is de kern van hun werk. En als er een sponsor
mailt om te vragen of ze er niet voor een aardige duit bij willen
vertellen dat ze zijn drankje drinken, dan mailen ze een bodyloos
berichtje terug met alleen een simpel 'nee' als subject. Tenminste,
als het hele echte digiteurs zijn, in hart en ziel.
Mooi toch, de gedachte dat er nog zulke mensen zullen zijn. Heel
hoopgevend.
Ik vind het dan ook heel jammer dat ik nooit een echte digiteur
zal worden.