Vensters
[Marcel]
is moe en murw. Het is laat, zijn ogen staan op spleetjes, zijn vingers
voelen veel te dik voor het toetsenbord. Hij staat op, strekt z'n
rug en kijkt haar bijna smekend aan.
[Marcel]
Mag ik naar bed, alsjeblieft?
[Gast_089] Je hebt het toch echt gezegd.
[Marcel] Dat ik met haar geslapen heb?
[Gast_089] Ja. Vorige week zaterdag in De Digitale Stad. In dat cafeetje
van het Boekenplein.
[Marcel] Daar zeg je niets, daar tik je iets.
[Gast_089] Tuurlijk, maar dat is eigenlijk hetzelfde.
[Marcel] En bovendien was ik niet mezelf. Ik had een fantasie- identiteit.
[Gast_089] Dat heb je altijd. Als je geen fantasie-identiteit zou
hebben, zou je jezelf niet zijn. Jij bent gewoon een verzameling fantasie-identiteiten.
Volgens mij zijn dat zelfs jouw woorden. Dus dat is geen excuus.
[Marcel] Ja ho, zo kan die nog wel even. Het betekent gewoon dat ik
in mijn fantasie met haar geslapen heb.
[Gast_089] En zij?
[Marcel] Ze vond het heerlijk.
[Gast_089]
kijkt hem na terwijl hij verdwijnt. Ze trekt haar wenkbrauwen op,
sluit haar ogen, treekt haar lippen in een verbeten glimlach en knikt.
Dan tikt ze een keurig 'goodbye' en klikt alle vensters uit.